ONDERZOEK
EN BEHANDELING
In
het AVL moest ik eerst ingeschreven worden. Kathy en ik waren vroeg en
de dame van de inschrijvingen was te laat, dus moesten we even wachten.
Nadat alle
gegevens waren ingevoerd en gecheckt waren werd als sluitstuk een
polaroidfoto gemaakt en deze werd in het dossier geplakt. Een dossier
wat nog leeg was.
Door
naar balie 2 in de polikliniek, een grote ruimte met verschillende
balies en veel stoelen en banken. Duidelijk net nieuw, fris appeltjes
groen op de muren. Meteen een groot verschil merkbaar met
bijvoorbeeld het ziekenhuis de Deo in Haarlem wat er oud en afthans
uitzag. Trillend van de zenuwen plaatsgenomen en wachten op wat komen
ging.
Na
even gewacht te hebben werden we geroepen en konden we een kamer
in. In de kamer een buro, drie stoelen, een soort tandartsstoel met
daarnaast allerlei apparatuur. Alleen daarvan word je al zenuwachtig.
Slangetjes, tangen, flesjes met doorzichtige vloeistof, etc. We hadden
te maken met een co-assistent oftewel een arts in opleiding. Wel een aardige
knul. Hij legde uit dat hij allerlei vragen zou stellen. En dat waren er
nogal wat. Wanneer begonnen de klachten in mijn mond, ziektes in het
verleden, etc, etc.
In
2003 was ik een tijd heel erg moe, zo moe zelfs dat ik soms van
de fiets moest afstappen omdat trappen niet meer ging en lopen
makkelijker was. Uit bloedonderzoek bleek in eerste instantie dat er
iets erg aan de hand was alleen was niet te zien wat. Mijn huisarts
belde ik van het werk voor de uitslag. Hij wilde dat ik meteen langskwam
omdat het volgens hem de waarde van het bloed aantoonde dat het
helemaal fout zat. Natuurlijk niet meteen weggaan maar door met het
werk. De volgende dag naar de huisarts en die vertelde dat hij aan een
soort bloedkanker dacht. Hij wilde meer onderzoek doen waaronder een
aidstest.
Dat bracht heel wat emoties te weeg, ik had me ooit
voorgenomen om nooit een aidstest te laten doen om niet te hoeven leven
met een onzekere ziekte. Van dichtbij had ik meegemaakt wat dat met
iemand kan doen. Daarbij had ik de laatste tien jaar veilig gevreeën
dus het kon niet dat het aids was. Uitgesloten! Martien de huisarts
vertelde dat we ook een paar weken konden wachten en dan weer een
onderzoek doen. In enkele gevallen gebeurde er een wonder en was alles
opeens weer in orde. Ik besloot dat ik daarvoor wilde gaan. Na een paar
weken werd er weer bloed geprikt en een wonder geschiedde [lol] alles
bleek in orde.......pfffff.
In
2003 bleek ik ook een hernia te hebben en was er een operatie
nodig om me ervan af te helpen. De operatie vond plaats in het
Slotervaart ziekenhuis in Amsterdam [zag er uit als een oud
russisch staatsziekenhuis zo vervallen als het was]. Het Slotervaart en
het AVL zijn buren van elkaar, de gebouwen staan naast elkaar. Ik kan me
herinneren dat vanuit de rokersruimte in het Slotervaart je zicht had op
het in aanbouw zijnde AVL. Met andere rokers kwam ik tot de conclusie
dat we beter in het Slotervaart konden liggen dan in het AVL, alles
beter dan in dat kankerziekenhuis.

|
Op
het dakterras van het AVL waren asbakken taboe... |
Aan
de co-assistent in het AVL vertelde ik ook dat ik in 2002
gordelroos had. Het begon met een enorme jeuk op mijn rug tussen de
schouderbladen. Hierdoor kon ik een aantal weken niet aan het werk, rust
was de remedie. De moeheid, de hernia en de gordelroos zetten me nog
steeds aan het denken. Waren het voorbodes van de kanker? Niemand kan
dat met 100% zekerheid zeggen.
In
ieder geval duurde het vooronderzoek door de co-assistent lang. Alles
werd genoteerd in het dossier, geschreven wel te verstaan. Toen ook
bleek de pijn in mijn linkeroor uitstralingspijn te zijn van de tumor in
mijn mond. Nadat ik ook
nog had verteld dat ik een knobbeltje in mijn lies voelde was het tijd
voor lichamelijk onderzoek. Ik moest plaatsnemen in de soort tandartsstoel.
Eerst werd er gekeken in mijn mond en daarna werd mijn hals bevoeld.
Toen was het tijd voor de camera....een slang via de neus naar binnen om
te kijken naar het strottenhoofd en de keel. Ik weet nog dat ik erg bang
was voor strottenhoofdkanker, ik zag me al lopen met zo'n
spraakapparaatje omdat mijn stembanden verwijderd moesten worden. Alleen
al door die gedachten kon ik niet meer slapen 's nachts. Mijn keel werd
met een spray verdoofd en de cameraslang werd via de neus naar
binnengeschoven. WOW... braakneigingen niet te kort. Die co trok bij iedere
braakneiging de slang weer terug. Het duurde lang voordat hij had gezien
wat hij wilde zien.
Toen
werd de arts Smeele geroepen. Hij deed hetzelfde onderzoek met de
camera, nu alleen veel sneller, gewoon even door de kotsneiging heen
gaan en er snel weer uit. Een co-assistent mag van mij dit nooit meer
doen, alleen een ervaren arts! Daarna werden er nog twee artsen bij geroepen.
Dokter Balm en dokter Tan bekeken de tumor. Terwijl ik nog in de stoel zat
deelde Tan mee aan Smeele dat hij de laserbehandeling wilde doen. Ik was
een schoolvoorbeeld zoals het er uit zag, kwam er voor in aanmerking.
Dokter Tan klonk haast enthousiast, misschien ook omdat hij al over twee
weken nog een plek in zijn operatieschema had. De twee andere
artsen vertrokken weer en het was tijd voor uitleg en vragen.
De
tumor bleek goed te behandelen, dokter Tan zei immers dat het een
schoolvoorbeeld was voor een laserbehandeling. Grappig dat een paar
dagen daarvoor iemand al vertelde van een item op tv over de behandeling
van kanker door middel van deze laserbehandeling. Voordeel van de
laserbehandeling: de tumor hoeft niet weggesneden te worden waardoor de
schade in de mond en aan de kaak beperkt blijft. Ik kreeg uitleg over de
behandeling en wat er allemaal nog moest gebeuren voorafgaande aan de
operatie. Ik hoorde dat ik dagen voor de operatie ingespoten zou worden
met een lichtgevoelige vloeistof, ik zou in het donker moeten verblijven
omdat ik anders levend zou verbranden, etc, etc.
Er
werden ook polaroids gemaakt van mijn mondbodem, ook deze werden in het
dossier geplakt. Een smerig gezicht om opeens de tumor op kleurenfoto te
zien. Het zweertje zag er in de spiegel nog onschuldig uit, maar nu het
een tumor bleek was het smerig om te zien. Na de foto moest de
co-assistent nog onderzoek doen naar het bobbeltje in de lies. De arme
jongen was zo van slag dat de broek naar beneden moest dat hij op zoek
ging naar een bobbeltje op mijn lul. Ik vroeg hem wat ie aan het doen
was en hij stamelde met een rood hoofd dat ie dit ook nog niet vaak
gedaan had. Het bobbeltje in mijn lies bleek geen opgezette lymfklier te
zijn gelukkig.

|
De
twee polaroids die zijn
gemaakt.
Rechts de close-up van het zweertje wat dus een tumor bleek te
zijn.
|
Klik
op foto's voor vergroting in nieuw venster.
|
Ik
was een beetje gerustgesteld. de tumor bleek goed te behandelen en de
kans dat het fout zou gaan was klein werd me verteld. Kathy en ik hebben
nog van alles gevraagd. Er werd wederom de tijd voor genomen. Alles over
de opname, de voorbereidingen en de operatie zouden we een andere keer
vernemen van een verpleegkundige. Ik geloof dat we meer dan een uur
binnen zijn geweest bij de kno-arts[en].
Er
moest nog bloed geprikt worden, een echo gemaakt worden van de hals en
een longfoto. Er staat me bij dat we niets alles meteen gedaan hebben
maar ook afspraken hebben gemaakt. Ik
was in shock deze 10 dagen. Het was vreselijk wat er allemaal gebeurde
maar het scheen niet erg door te dringen. Ik hield me ook erg vast aan
dat wat de artsen hadden verteld. De kans van slagen was erg groot.
Alleen de operatie goed doorstaan. Natuurlijk waren er wel
emoties, huilbuien, etc., maar we gingen ervoor. Inmiddels
had ik een stapel boeken over kanker uit de bibliotheek. daar las ik
soms een stuk in. Van het maatschappelijk werk kreeg ik informatie over
hoe mensen in je omgeving kunnen omgaan met kanker. Ik kopieerde dit en
gaf het aan Kathy, Willemiek en Annette. het belangrijkste wat ik me kan
herinneren was dat iemand met kanker niets heeft aan iemand die voor hem
loopt, niets heeft aan iemand die achter hem loopt maar iets heeft aan
mensen die naast hem/haar lopen. De
eerste ziekenhuisopname was op vrijdag 23 april2004 en de eerste operatie
was op woensdag 28 april 2004
|